Tuin en milieu nieuws
Werkzaamheden Werkgroep Lepelaar
De Werkgroep lepelaar doet onderzoek naar de populatie-ontwikkeling van de lepelaars en de toestand van hun leefgebieden wereldwijd, met het uiteindelijke doel de lepelaars en hun leefgebied beter te kunnen beschermen. Een belangrijk deel van het onderzoek bestaat uit het kleurringen van jonge lepelaars in de kolonies en het aflezen van kleurringen in en buiten de kolonies. Het aflezen gebeurt voor een heel groot deel door vrijwilligers. Daarnaast wordt sinds twee jaar onderzoek gedaan naar het dieet van de lepelaars in de Waddenzee.
Dear observers
See the English text below the Dutch text (in red)
Beste waarnemers
We werken met een team van invoerders, te weten Harry Horn, Jan Polderman, Sven Prins, Kees Vliet Vlieland, en Carl Zuhorn. We hebben Europa en Afrika verdeeld over de 5 invoerders, maar het is de bedoeling dat u al uw waarnemingen op stuurt naar: [email protected]
Vandaar worden de waarnemingen verspreid.
Zie bij KLEURRINGEN / Colourrings de verschillende kleurringschema’s en belangrijke informatie over kleurringen
Kleurringen
Lepelaars krijgen hun kleurringen om als ze bijna vliegvlugge kuikens zijn. In de lepelaarkolonies worden de kuikens gevangen als ze ongeveer 25 dagen oud zijn, nog net niet kunnen vliegen maar wel bijna volgroeide poten hebben Met een team van mensen omcirkel je de jongen en pak je ze op. Ze gaan met z’n allen in een tentje en dan worden ze een voor een geringd, gewogen, opgemeten en er wordt een bloedmonstertje genomen om te zien of het een mannetje of vrouwtje is. Want je kunt het verschil niet zien aan een jonge vogel (aan een oude trouwens ook meestal niet). Iedere Lepelaar krijgt een unieke kleurring met een inscriptie, of een unieke set van kleurringen. Je kunt op de website van de Werkgroep Lepelaar zien welk type kleurringen er gebruikt zijn sinds 1992.
Wat kan je te weten komen door lepelaars te kleurringen?
De kleurringen worden, door duizenden waarnemers, langs de hele trekroute afgelezen met een telescoop of mbv een camera. De waarnemingen worden ingevoerd in de database van de Werkgroep Lepelaar. Iedere waarnemer krijgt van haar of zijn Lepelaar de hele levensloop toegestuurd.
Als een Lepelaar in Nederland geboren en geringd is en daarna in Frankrijk wordt gezien, weet je dat hij de eerste moeilijke periode in Nederland heeft overleefd, de periode van leren zelfstandig te foerageren en vervolgens naar Frankrijk te vliegen. Mocht zij of hij dan in de winter in Spanje worden gezien dan weet je dat Frankrijk alleen maar een tussenstop was. Nou ja, alleen maar, is te kort door de bocht. Want het is wel duidelijk dat Lepelaars op hun trekroute heel veel gebieden nodig hebben. Veel lepelaars, en zeker de jonge, gaan van plek naar plek om uiteindelijk ergens in oktober of november pas op hun winterplek te komen en te blijven.
Uit de analyses van al die lepelaar waarnemingen uit de database van de Werkgroep Lepelaar, sinds 1992, heeft Tamar Lok (Rijks Universiteit Groningen en het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) gevonden dat jonge lepelaars meestal 2 jaar in een zuidelijk land blijven (Frankrijk, Portugal, Spanje of West Afrika). Ze zijn hun hele leven enorm plaatstrouw aan hun overwinterings- en broedgebied.
Dear observers
We are now working with a team, Petra de Goeij, Harry Horn, Bob Loos, Jan Polderman, Kees Vliet Vlieland, and Carl Zuhorn. We have divided Europe & Africa over the 6 people. Send your data to [email protected], and your data will be transferred to the right person who will then answer you.
See the chapter KLEURRINGEN / Colourrings for the different colourring schemes and important information on the colourrings.
We werken aan een nieuwe website
We are making a new website
Onderzoek naar de lepelaartrek
Uw hulp is nodig!